De fis, de vernijntvogel, het lieveneerenènneke, de tjannek, de bie en het biediefke….
De aan de Universiteit van Tilburg verbonden hoogleraar Jos Swanenberg geeft op woensdagavond 23 september in Moergestel een lezing over diernamen in de Brabantse dialecten. De lezing is gratis toegankelijk, begint om 20.00 uur en wordt gehouden in cultureel centrum Den Boogaard aan het Sint-Jansplein. Jos Swanenberg komt op uitnodiging van de Stichting WieKentKunst naar Moergestel.
Jos Swanenberg is een autoriteit op het gebied van de Brabantse dialecten. Als hoogleraar is hij werkzaam aan het departement Cultuurstudies van de Universiteit van Tilburg. Tevens is hij streektaalfunctionaris voor Noord-Brabant namens de stichting Erfgoed Brabant.
Hij publiceert regelmatig boeken en artikelen over de dialecten van Noord-Brabant. Jos Swanenberg is een veelgevraagd spreker over Brabantse dialecten. Hij kan daar met passie en vooral ook boeiend en toegankelijk over vertellen. De lezing wordt met foto’s ondersteund.
Dat hij door de WieKentKunst naar Moergestel is uitgenodigd heeft te maken met het evenement dat deze stichting op zaterdag 26 september en zondag 27 september organiseert. Al 18 jaar op een rij wordt een evenement gehouden rond een bepaald thema. Het onderwerp dit jaar is huisdieren. Dit thema wordt op een zeer brede manier voor alle leeftijden uitgewerkt. Een voorbeeld van deze aanpak is de lezing door Jos Swanenberg. Kenmerkend is ook dat deze lezing, net als alle andere onderdelen van het programma, gratis toegankelijk is.
Er bestaan talloos veel diernamen in de Brabantse dialecten. Een prachtig voorbeeld is het ‘biediefke’. De koolmees wordt zo genoemd omdat het vogeltje oude, versleten bijen (‘bieën’) bij de korf weghaalt. Een ‘tjannek’is een kauw, maar’ deze dialectnaam werd vooral gebruikt voor een tamme kauw. Het houden van een ‘tjan’ kwam vroeger veel voor. Een aantal van de opmerkelijkste namen van dieren in het Nederlands en in onze Brabantse dialecten wordt door Jos Swanenberg tijdens zijn lezing in Moergestel voor het voetlicht gebracht.
Daarbij wordt niet alleen ingegaan op de oorsprong en geschiedenis van de betreffende woorden. Het speuren naar de herkomst van diernamen in de Brabantse dialecten biedt ons namelijk ook een inzicht in een verdwijnende wereld waarin die dieren een belangrijke rol speelden, bijvoorbeeld in de volksgeneeskunde, in de weersvoorspelling, in de plaatsnaamgeving (toponymie), in het bijgeloof en in het kinderspel. Een voorbeeld daarvan is het gebruik om een stukje uit de tong van een vos te snijden en bij zich te dragen als geneesmiddel tegen haarroos. En als je de wielewaal hoort roepen, kun je er zeker van zijn dat het gaat regenen. Deze vogel heeft niet voor niets ‘de waterman’ als bijnaam.